Scholen vinden steeds vaker de weg naar wetenschap via citizen science. Voor jongeren valt er niet enkel leerwinst te boeken, ook onderzoekers zien een meerwaarde in de hulp van leerkrachten en hun klassen. Onderzoekers Mart Doms en Philippe Bastiaenssens namen citizen science op school onder de loep. Iedereen Wetenschapper sprak met hen over hun bevindingen.

Waarom zouden scholen aan burgerwetenschap doen?

Philippe: “Burgerwetenschap maakt de verbinding tussen de klas en echt wetenschappelijk onderzoek. Door als school deel te nemen aan burgerwetenschap verhoog je niet enkel de motivatie van de leerlingen, ze krijgen ook een betere kijk op wat wetenschappelijk onderzoek inhoudt. Op die manier kunnen leerlingen buiten de klasmuren treden en hun steentje bijdragen aan de wetenschap”. 

Wat kunnen scholen betekenen voor de wetenschap?

Mart: “Allereerst kunnen onderzoekers hun data enorm opschalen. Op korte termijn kan er op een eenvoudige manier data worden verzameld van veel verschillende burgers. Het is ook een manier om wetenschap in de kaart te zetten en kinderen en jongeren warm te maken om mee in het wetenschapsverhaal te stappen”. 

Moeten leerlingen die deelnemen een sterke interesse hebben voor exacte wetenschappen?

Mart: “Burgerwetenschap is zeker niet enkel bedoeld voor STEM-richtingen of het middelbaar onderwijs. Er zijn net zo goed projecten die binnen het lager onderwijs of buitengewoon onderwijs georganiseerd kunnen worden. Nog een misvatting, ook onder leerkrachten, is dat burgerwetenschapsprojecten zich enkel richten op de exacte wetenschappen. Er zijn genoeg voorbeelden van onderzoeken die zich richten op talen of geschiedenis. Eigenlijk is burgerwetenschap er voor alle leeftijden en leerdomeinen”. 

Wat zijn de do’s en don’ts bij deelname aan een citizen science project? 

Philippe: “Slechte voorbeelden zal je van ons niet horen. Het is sowieso een meerwaarde wanneer wetenschappers hun deuren openzetten naar het brede publiek. Mart en ik werken allebei aan een lerarenopleiding en wij promoten de deelname van scholen aan burgerwetenschapsprojecten enorm”. 

Welke valkuilen zijn er dan wel voor zowel de scholen als voor de onderzoekers?

Mart: “We hebben deze vraag zowel aan leerkrachten als onderzoekers voorgelegd en de uitdagingen liggen vooral in de organisatie van een burgerwetenschapsproject binnen het onderwijs. Deelname aan een project vraagt vaak flexibiliteit in organisatie. Afwijken van deze organisatie is, zowel in een lagere als in een middelbare school, niet altijd evident." 

"Verder hebben scholen vaak niet voldoende budget om deel te nemen, zeker als er verplaatsingen nodig zijn. Daarnaast liggen de momenten waarop de gegevens moeten worden verzameld en de manier waarop dat moet vast." 

"Ook de eerder beperkte looptijd van projecten maakt een deelname niet eenvoudig. Leerkrachten maken graag eerst op een eerder afgebakende manier kennis met het project via kant-en-klare lespakketten, om nadien bij een volgende deelname leerlingen meer eigenaarschap te geven in het eigen leerproces." 

Hebben jullie een leuk voorbeeld van een burgerwetenschapsproject op school?

Mart: “VLINDER is een voorbeeld waarbij scholen op verschillende plaatsen weerstations installeerden om weergegevens te vergaren. Hierdoor zijn de meetpunten mooi verspreid over Vlaanderen”. 

Philippe: “Scholen mochten een relevante plek zoeken om het weerstation te plaatsen. De leerlingen kregen het weerstation als bouwpakket opgestuurd en staken zelf de handen uit de mouwen om het op te bouwen”.

Mart: “Je kan de data vandaag nog steeds live raadplegen op de website. Hoewel het initiële project is afgerond, zijn er nieuwe samenwerkingen met lokale overheden ontstaan waardoor de meetgegevens nog verder worden verzameld en er zelfs enkele nieuwe meetpunten worden geïnstalleerd."

"Interessant aan VLINDER is dat er naast de aangeboden educatieve pakketten ook enkele leerlingen, in het kader van hun eindwerk, zelf aan de slag zijn gegaan. Op eigen initiatief hebben zij met behulp van de begeleidende leerkracht een onderzoeksvraag geformuleerd. Ze hebben zelf de weergegevens geanalyseerd en hun resultaten gepresenteerd aan de school en andere betrokkenen. Daar worden wij natuurlijk erg vrolijk van. De projectleider had dit niet voorzien, maar die keek enthousiast hoe deze leerlingen binnen het project hun eindwerk konden uitvoeren." 

Hoe kunnen we burgerwetenschap het best op school integreren? Wat ontbreekt er vandaag nog?

Philippe: “Vooral het budget om van onderzoek een burgerwetenschapsproject te maken of aan bestaand onderzoek een burgerwetenschapsproject te verbinden. De Vlaamse regering trekt daar momenteel een budget voor uit, maar in sommige landen liggen de bedragen aanzienlijk hoger. Ook wordt er in het buitenland vooraf vaak co-creatie voorzien tussen leerkrachten of scholieren en onderzoekers. In zo’n co-creatie zien wij de grootste kans om de samenwerking ten volle te benutten. Scholen en onderzoekers kunnen op die manier hun traject samen vormgeven, zodat de samenwerking op maat verloopt."

"Vlaamse onderzoekers gaven in ons onderzoek aan hier zeker voor open te staan, maar de tijd, middelen en kennis om hierop in te zetten ontbreken vaak nog. In Vlaanderen bieden kant-en-klare, afgebakende lespakketten momenteel de grootste kans op succes van deelname aan citizen-scienceprojecten. Op zich zeker een meerwaarde, maar we geloven dat er meer potentieel zit in de samenwerking tussen leerkrachten, leerlingen en onderzoekers." 

Mart Doms en Philippe Bastiaenssens zijn beiden onderzoekers en lectoren educatieve bachelor secundair onderwijs aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen. Ze onderzochten de afgelopen drie jaar citizen science op school, onder meer door leerkrachten en onderzoekers te bevragen.

(Interview: Charlotte Goeyers)

Welke burgerwetenschapsprojecten kun je doen op school? Via deze zoekfunctie vind je projecten voor scholen.