Democratie, zelfeconomie, participatiesamenleving: overal nemen burgers zelf het heft in handen. Of ze worden door de overheid uitgenodigd om actief te worden. De wetenschap lijkt een van de laatste bastions waar het publiek nog nauwelijks een voet tussen de deur heeft. Maar dat verandert razendsnel. Steeds meer wetenschappers zoeken actief zelf naar hulptroepen. En in de grote steden zijn de smart citizens in opkomst: groepen actieve burgers die zelf data gaan verzamelen.

Waarom is citizen science eigenlijk zo'n goed idee? Zeven redenen:

  1. Citizen science draagt bij aan wetenschapswijsheid. Onze samenleving drijft op wetenschappelijke kennis. De Jonge Akademie zei het terecht in haar rapport uit 2012 over wetenschapscommunicatie: het is belangrijk dat mensen snappen hoe de wetenschap werkt en hoe wetenschappelijke kennis tot stand komt. Hoe kun je dat beter leren dan door het zelf te doen?
  2. Citizen science biedt mensen een handelingsperspectief. Elke dag confronteren de media ons met alarmerende berichten: het klimaatprobleem loopt uit de hand, de luchtkwaliteit is slecht, het leven in de wereldzeeën wordt bedreigd door de plastic soup, de biodiversiteit holt achteruit. Als individu voel je je snel machteloos: wat kun je in je eentje bereiken? Door mensen te betrekken en te activeren doorbreek je de apathie rond grote maatschappelijke vraagstukken. Citizen science projecten bieden mensen de mogelijkheid om een echt zinvolle bijdrage te leveren.
  3. Mensen willen ook graag helpen, zo blijkt. Mensen zoeken verbinding met anderen rond een thema dat hen interesseert of raakt. Een van de bekendste citizen science projecten is Galaxy Zoo, gericht op het classificeren van sterrenstelsels. In een jaar tijd waren er maar liefst 50 miljoen classificaties en deden meer dan 150.000 mensen mee.
  4. Citizen science levert voor de wetenschap bruikbare data. De Natuurkalender van Wageningen University bestaat al sinds 2001. Via de site worden waarnemingen van 7000 mensen over 227 soorten doorgegeven. Die gegevens vormen een geweldige bron van informatie over de gevolgen van de klimaatverandering voor de natuur.
  5. Via citizen science worden bijna spelenderwijs de 21st century skills aangeleerd. Onderzoekend leren is een belangrijke trend in educatie. Hoe kan dat nu beter dan door mee te draaien in échte wetenschappelijke projecten? Het Globe programma werd in 1995 geïnitieerd door de toenmalige vice-president van de Verenigde Staten Al Gore. Ruim twintig jaar later verzamelen leerlingen van 28.000 middelbare scholen in 116 landen met dit programma data en ontwikkelen zo onderzoeksvaardigheden.
  6. Niets minder dan de democratie en onze grondrechten zijn in het geding. Columnist Maxim Februari maakt zich er in NRC ernstig zorgen over. Burgers gooien via leuke smartphoneapps onbekommerd hun persoonlijke data op straat. De media sputteren naïef kritisch over privacy. En ondertussen gaan de democratie, onze vrijheden en grondrechten eraan. Als antwoord staan in de grote steden wereldwijs smart citizens op: groepen burgers die met steun van NGO's zelf data verzamelen en beheren en die toegang eisen tot de data die anderen (overheden, bedrijven) over hen verzamelen.
  7. De grote maatschappelijke uitdagingen zijn alleen nog op te lossen door co-creatie tussen wetenschappers, beleidsmakers, bedrijfsleven en burgers. Upstream engagement en de quadruple helix zijn termen die in dat verband ook worden gebruikt. Kern is de gedachte dat grote maatschappelijke problemen niet meer op te lossen zijn zonder burgers direct van het begin af als volwaardige partners te betrekken.

Is citizen science daarmee de oplossing voor alles? En kan het altijd overal? Nee, natuurlijk niet. Piet Borst zal zeggen dat kankeronderzoekers in het lab echt niets hebben aan de hulp van leken. En natuurlijk heeft hij daar gelijk in. Sommige terreinen zijn zo gespecialiseerd en vragen zoveel specifieke kennis en skills dat buitenstaanders betrekken zinloos is. Maar op heel veel terreinen kan het wel en levert het naast bruikbare data ook inzicht, bekendheid en draagvlak op. En leidt het hopelijk tot smart citizens die de touwtjes in handen hebben in de moderne technodemocratie.

 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op LinkedIn Pulse. Het is geschreven door Antoinette Thijssen, projectleider bij Naturalis en wetenschapscommunicator.